Helemaal alleen op de padelbaan? Geen probleem.  Er zijn genoeg nuttige oefeningen waar je geen andere spelers bij nodig hebt. Dus ben je veel te vroeg voor je potje padel of wil je gewoon eens lekker alleen trainen? Probeer dan deze padeloefeningen voor in je eentje.

Oefening 1: hooghouden

Een simpele oefening om mee te beginnen. Laat de bal rustig stuiteren op je racket, waarbij je forehand en backhand afwisselt. Je draait dus steeds je racketblad voor ieder balcontact. Zit je er een beetje in, dan kun je de oefening steeds iets ingewikkelder maken. Voeg bijvoorbeeld de zijkant van je racket toe. En als dat goed gaat, ook de bovenkant van je racket. Lukt het je om in een strak ritme steeds forehand, backhand, zijkant, bovenkant te spelen? Dan ben je lekker bezig met het ontwikkelen van je racketcontrole! En is het je nog steeds te simpel, probeer het dan eens lopend te doen, of rennend, of terwijl je gaat zitten en weer opstaat. Genoeg variatie mogelijk.

Oefening 2: naar de achterwand en terug

Begin halverwege de baan, met je gezicht naar de achterwand en een bal in je hand. Laat de bal stuiteren alsof je serveert en speel de bal rustig tegen de wand aan. Je laat de bal na de wand één keer stuiteren en speelt hem dan weer terug. Dat herhaal je een aantal keer, waarbij je forehand en backhand kunt afwisselen om de oefening afwisselender te maken.
Ben je een beetje warm geslagen? Zet dan na iedere slag een stapje richting de achterwand. Zo moet je steeds sneller reageren, tot je de bal alleen nog met een volley kunt slaan. Na een aantal volleys loop je weer achteruit, stap voor stap tot je weer op het punt bent waar je begon. En zo kun je door blijven gaan. Op die manier train je de vastigheid in je slagen. En je kunt lekker veel slaan zonder dat je een mandje of boodschappenkar vol ballen nodig hebt!

Lees ook: Lastige bal dicht bij de wand? Zo ga je ermee om

Oefening 3: hard tegen de zijwand

Voor deze oefening begin je aan de zijkant van de baan, dicht bij het glas. Je speelt de bal redelijk hard tegen de zijmuur aan de andere kant. Speel de bal met zo’n snelheid, dat hij net voor het glas aan jouw eigen kant stuitert en dan de muur raakt. Vervolgens neem je bal direct uit de lucht opnieuw op je racket. Je zult merken dat je de bal aardig hard moet raken en ook hoog genoeg op de muur moet mikken. Deze oefening kun je zowel met forehand als backhand doen. Voor de meeste spelers zal de backhand lastiger zijn.

Oefening 4: in de hoek

Ga in een hoek van de baan staan, met je gezicht naar een punt waar de zijwand en achterwand samenkomen. Zorg dat je niet te ver weg van de hoek staat, maximaal op de servicelijn. Speel nu een bal rustig de hoek in, op zo’n manier dat deze beide wanden raakt. Dus eerst de achterwand en dan de zijwand, of precies andersom. Speel de bal zo dat deze weer bij je terugkeert en je hem direct na de stuit weer kunt slaan. In het begin kan het best lastig zijn, maar het is een goede manier om te leren inschatten hoe de ballen in de hoek stuiteren. En om de bal gecontroleerd en goed gemikt te spelen. Probeer de bal zo lang mogelijk in het spel te houden, door hem steeds via twee wanden weer naar jezelf terug te slaan.

Oefening 5: smashes tegen de achterwand

Begin met je rug naar het net. Gooi de bal hoog op en speel een smash die net achter de servicelijn stuitert. Zorg dat de bal ook weer hoog bij je terugkomt, zodat je op dezelfde manier door kunt blijven spelen. Probeer dit zo lang mogelijk vol te houden. Op die manier leer je je smashes doseren. Je ziet ook wat een bepaald effect met de bal doet. Probeer maar eens flink wat topspin aan de bal te geven en kijk of je de bal nog terug kunt blijven slaan.