De basisposities bij padel
Op de goede plek staan is cruciaal als je een punt wilt scoren bij padel. Natuurlijk is het fijn als je een goede techniek hebt en geweldige ballen kunt slaan, maar je hebt er pas iets aan als je op de juiste plek staat. Dit zijn de twee basisposities van padel.
Basispositie 1: spelen van achteruit
De eerste basispositie bevindt zich net achter de servicelijn. Neem als richtlijn één goede stap achter de servicelijn en twee zijwaartse stappen vanaf de wand:
Voor je partner geldt natuurlijk hetzelfde, maar dan aan diens kant van de baan. Vanuit deze positie achterin kun je goed verdedigen en de service retourneren. Je bent dicht genoeg bij de wand om lastige ballen te verwerken. En samen met je partner kun je zo de breedte van jullie baanhelft verdedigen.
Lukt het jou of je partner om een goede lob te slaan vanuit deze positie? Dan beweeg je met z’n tweeën richting het net. Op die manier neem je de aanvallende positie van je tegenstanders over.
Basispositie 2: aan het net spelen
De tweede basispositie is die aan het net. Van hieruit kun je volleys, smashes en bandeja’s spelen, maar ook op tijd terug zijn als je gelobd wordt. Om de juiste positie te kiezen, kun je de drie palen van het hek gebruiken. Je wilt ongeveer ter hoogte van de middelste paal staan, dus vóór niemandsland:
Veel beginners maken de fout om te dicht bij het net te staan. Je bent dan weliswaar aanvallend in een goede positie, maar er ligt te veel ruimte achter je. De tegenstander kan de bal makkelijk over je heen spelen. En jij bent dan waarschijnlijk te laat als de lob diep genoeg is.
Blijf altijd in beweging
Voor beide basisposities geldt natuurlijk dat je niet ‘vast’ op dit punt moet blijven staan. Sta op je voorvoeten, zodat je snel kunt manoeuvreren. Zeker vanaf de netpositie zul je zien dat je continu beweegt: naar voren om te volleren, iets terug om je positie in te nemen. Naar voren voor een bandeja, iets terug om je positie in te nemen. Bij padel sta je nooit stil!